Hoe kun je rouwen om iemand die je nooit gekend hebt?
Welke impact heeft het op een opgroeiend kind, om een dierbare te hebben verloren, nog voor het het bewustzijn heeft ontwikkeld om te weten dàt het iemand heeft verloren?
Stel je voor: een tweelingzwangerschap, en een van de twee vruchtjes sterft in een vroegtijdig stadium, in de baarmoeder. Het andere vruchtje wordt geboren als een baby, en groeit op, niet beter wetend dan dat het een eenling is, net als de meeste andere mensen om hem of haar heen.
Toch voelt het onbewust dat er iets niet klopt. Hij of zij mist iets, of iemand. Als baby en als peuter kan het soms langdurig huilen, zonder zich te laten troosten. Als ouder weet je vaak niet waarom je kind huilt, zeker als het nog zo jong is. Het kind groeit op, wordt kind, puber, jongvolwassene. De herinnering aan wat er was voor het werd geboren is er niet, niet bewust tenminste. Het is alsof het er nooit geweest is. De eerste herinneringen van een kind, van een mens zijn pas vanaf pakweg, twee jaar, daarvoor is het brein nog onvoldoende ontwikkeld om eventuele herinneringen op te slaan, laat staan van herinneringen van vóór de geboorte. Je kunt geen herinneringen hebben aan die tijd, aldus de algemeen aanvaarde opvatting.
Ik deelde die opvatting volkomen. Gevoelens van onvrede tijdens mijn puberteit en als volwassene schreef ik toe aan een combinatie van - kort door de bocht- opvoeding, ervaring en aanleg. Ik liep net als sommige andere mensen, steeds tegen dezelfde dingen aan, en toen dat voor grote problemen ging zorgen, zocht ik hulp, ik ging in therapie, leerde dingen, het ging weer wat beter, ik ging verder met mijn leven, tot ik de volgende hobbel tegenkwam, - oh ik had toch nog niet alles verwerkt, dus ik ging weer in therapie, enz.
Tot ik, op een moment dat ik het niet verwachtte, tot de ontdekking kwam dat ik een tweelingzusje heb gehad. Op de manier waarop ik het ontdekte, ga ik hier nu niet in - dat zou een te lang verhaal worden - ik wil hier volstaan met het gegeven dat er voor mijn ongeboren tweelingzus geen hard medisch bewijs is (de enige aanwijzing in die richting is dat mijn moeder aan het begin van de zwangerschap, zo rond 8 of 9 weken vermoedelijk , een bloeding heeft gehad en dat ze het rustig aan moest doen van de verloskundige), maar dat ik, op het moment dat ik het ontdekte, in elke vezel van mijn lichaam voelde dat het klopte. De ervaring is niet in woorden te vatten, toch doe ik een poging om te beschrijven hoe het voor mij was. Ik heb ervaren dat ze er was, ik heb de verbondenheid gevoeld met een ander levend wezen, heel dichtbij, zo dichtbij dat we bijna één waren, in elke beweging, elke harteklop - totdat haar hart stopte met kloppen en haar bewegingen ook... En ze langzaam van me wegdreef, zonder dat ik iets kon doen .... Ik voelde een intense liefde, voor haar, een liefde die ik nooit bewust had gevoeld maar waar ik nu van wist dat ze er altijd was geweest, en een intens verdriet, omdat ik haar heb moeten verliezen, zij die het dichtst bij me stond van alle mensen die er in mijn leven geweest zijn. Ik heb gehuild, met een verdriet dat heel, heel diep van binnen zat, en tegelijkertijd ging mijn hart open zoals het nog nooit open was geweest. Met het verdriet kwam ook de liefde en de dankbaarheid, dat ze in mijn leven is geweest, (ook al is ze er niet in gebleven), en de wetenschap dat ik haar aanwezigheid nu kon erkennen.
Dat moment heeft mijn leven veranderd. Ik ben gaan zoeken op internet, en er bleek een naam voor te zijn: ik ben een alleengeboren tweeling (AT) of in het Engels een 'womb twin survivor' (WTS). En guess what: ik ben niet de enige. Ongeveer één op de 10 zwangerschappen (!) begint als een twee-of meerlingzwangerschap, maar slechts 1 op de ongeveer 700 zwangerschappen resulteert in een levend geboren tweeling. Met de ontwikkeling en verbetering van technieken als de echografie, en doordat echo's op een steeds vroeger moment in de zwangerschap mogelijk zijn, wordt soms aan het begin van een zwangerschap een tweeling gezien, terwijl er op een later moment nog maar 1 blijkt te zijn. Dit wordt wel het 'vanishing twin' syndroom genoemd. Het is niet altijd zo dat de overleden vrucht door het lichaam van de moeder wordt afgestoten; vaak wordt het weefsel van de overleden foetus in de placenta opgenomen. Zou men na een zwangerschap de placenta onderzoeken, dan zijn die resten vaak nog te vinden. Voor wie meer wil lezen over deze materie verwijs ik graag naar het boek 'het drama in de moederschoot', van het Oostenrijkse echtpaar Alfred en Bettina Austerman.
Zij (en ook anderen)hebben onderzocht wat de psychische gevolgen zijn voor alleengeboren tweelingen (AT) En dat is interessant: bijna altijd is er sprake van een onvervuld potentieel, met andere woorden: bij deze mensen is er vaak een gevoel (zowel bij henzelf als bij hun omgeving) dat ze meer in hun mars hebben dan ze laten zien. Een gevoel waar je maar niet de vinger op kan leggen, dat ze hun talenten niet ten volle benutten en maar op 'halve kracht' draaien. Volgens Althea Hayton, een Engelse onderzoeker, komt dit omdat AT 's onbewust het voorgeboortelijke scenario blijven herhalen om op die manier hun overleden wederhelft a.h.w. levend te houden. De overlevende is de sterkste geweest, van de twee, maar de andere, degene die het niet gehaald heeft, is als het ware door de overlevende geïnternaliseerd, waardoor die als het ware 'twee levens in een' leeft. De drang om te leven, is een oergegeven - maar de overlevende heeft naast die levensdrang ook die andere kant, die eigenlijk bij de zwakkere, niet meer levende, tweelinghelft hoort. Vandaar dat AT 's vaak twee gezichten hebben. Ze kunnen een tomeloze energie hebben, maar ook volkomen passief zijn. Soms saboteren ze hun eigen (kans op) succes.
Ik ga hier niet te diep op in, maar het is interessante materie, die volgens mij verder onderzoek verdient. Tot nu toe is er vooral aandacht voor het onderwerp vanuit de alternatieve hoek, waardoor het door veel mensen ten onrechte als 'zweverig' en 'niet-wetenschappelijk' wordt afgedaan.
Wat het mij heeft opgeleverd? De wetenschap dat ik de overlevende helft van een tweeling ben, heeft voor mij veel puzzelstukjes op hun plaats doen vallen. Waarom ik vaak maar half in het leven stond, me altijd een buitenbeentje heb gevoeld, waarom ik als kind al veel bezig was met de dood en er vaag naar verlangde - een ondoorgrondelijk besef dat het 'daar', aan de andere kant, beter was dan 'hier' in dit leven, waarin ik me eenzaam voelde. Mijn hooggevoeligheid - een eigenschap die bij vrijwel alle tweelingen (ook levende) voor schijnt te komen. Mijn 'twee gezichten' , het gevoel soms dat ik twee mensen in een ben. Onrust - veel projecten, maar nooit iets afmaken. Niet alles is terug te voeren op dit gegeven, maar het heeft beslist een grote rol gespeeld. Nu ik het een plaats heb kunnen geven, kan ik verder. Ik ben er nog niet helemaal, maar ben een goed eind op weg.
Ik vertel mijn verhaal ook om andere mensen, die met soortgelijke problemen worstelen, bekend te maken met dit verschijnsel, hetzij voor zichzelf, hetzij voor hun kind. Onverklaarbare stemmingswisselingen, somberheid, fantasievriendjes, huilbabies, bloedverlies tijdens een zwangerschap, anderszins problematische zwangerschappen, kúnnen wijzen op een oorspronkelijke twee- of meerlingzwangerschap.
Voor meer informatie over dit onderwerp kan ik enkele boeken en websites aanbevelen:
Boeken: 'het drama in de moederschoot' - Alfred en Bettina Austerman
'Ik wou dat ik twee hondjes was' - Aranka van Reeuwijk
'Womb twin survivors' en 'a healing path for womb twin survivors' van Althea Hayton (helaas nog niet vertaald in het nederlands)
Websites: www.bdbcoaching.nl
www.wombtwin.com (engels)
En er zijn er meer, google maar eens op 'alleengeboren tweelingen' en 'womb twin survivors' en 'vanishing twin'.